Alle kraamverzorgenden in het Kwaliteitsregister Kraamzorg ontvingen in juni een uitnodiging om mee te werken aan een onderzoek van TNO over ‘werken met richtlijnen’. Maar liefst 2247 kraamverzorgenden vulden de online vragenlijst in. Lees hier de resultaten.
We vroegen de kraamverzorgenden of zij met richtlijnen werken, welke richtlijnen ze kennen en of bestaande richtlijnen handig en begrijpelijk zijn voor kraamverzorgenden. Ook vroegen we welke richtlijnen ze nog meer nodig hebben en hoe een richtlijn eruit zou moeten zien om er goed mee te kunnen werken.
Wie deden mee?
• Van de 7800 kraamverzorgenden vulden 2247 (28,8%) de vragenlijst in.
• De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 50 jaar (van 27–61 jaar).
• Het gemiddeld aantal jaren werkervaring is 14 jaar (van 3–36 jaar).
• 15% werkt fulltime, 68% werkt parttime in dienst van een kraambureau en 8% werkt als zelfstandige (zzp’er).
Zijn kraamverzorgenden bekend met richtlijnen?
• Bijna alle kraamverzorgenden weten dat er richtlijnen bestaan. Slechts drie procent weet dat niet.
• 59% noemt voorbeelden van richtlijnen die zij kennen. De anderen vullen deze vraag niet in.
• Er worden echter ook voorbeelden aangedragen die geen richtlijn zijn, zoals alert zijn, ARBO, dagindeling, gedragscode, huishouden, protocollen, veiligheid, zorgplan, etc. Hieruit blijkt dat veel kraamverzorgenden niet weten, wat een richtlijn precies is.
• Slechts 2,5% gebruikt geen richtlijnen in het dagelijks werk. Ze weten wel dat ze bestaan maar hebben ze nog niet bestudeerd.
Welke richtlijnen worden gebruikt en welke ontbreken nog?
• De meerderheid (65%) gebruikt vier of meer richtlijnen.
15% gebruikt er drie
20% gebruikt er twee
10% gebruikt één richtlijn
• Niemand (0%) geeft aan richtlijnen niet te begrijpen.
• De meest genoemde richtlijn is de richtlijn borstvoeding.
• Meer dan de helft zou graag richtlijnen speciaal voor de kraamzorg hebben. De rest maakt het niet uit of vindt dat niet nodig.
• Op de vraag welke richtlijnen de kraamverzorgende nog naast de bestaande richtlijnen borstvoeding, wiegendood, huilen van baby’s en geelzien zou willen hebben, geeft maar acht procent een antwoord. De suggesties die worden gedaan zijn zeer divers. Enkele onderwerpen die genoemd worden zijn: partusassistentie, zorg voor de kraamvrouw en de baby.
Ben je op de hoogte van de bestaande richtlijnen en werk je volgens de richtlijn?
Ruim de helft van de respondenten (56%) vulde de antwoorden over bestaande richtlijnen in. Van hen was de meerderheid op de hoogte van de richtlijn. Het kennen en gebruiken van een richtlijn was niet afhankelijk van leeftijd.
Richtlijn Wiegendood
• De meerderheid is op de hoogte van deze richtlijn en heeft hem oppervlakkig (23%) of grondig (67%) doorgelezen.
• 11% kent hem niet of heeft hem nog niet doorgelezen.
• De meerderheid (83%) werkt helemaal of grotendeels volgens deze richtlijn.
Richtlijn Borstvoeding
• Bijna iedereen heeft deze richtlijn doorgelezen: 91% deed dat grondig en 6% oppervlakkig.
• De meerderheid (88%) werkt helemaal of grotendeels volgens deze richtlijn.
Richtlijn Huilen van Baby’s
• Deze richtlijn is minder bekend. Bijna de helft heeft hem grondig doorgelezen (48%) en bijna een derde deed dat oppervlakkig (28%). Een vijfde kent de richtlijn niet of heeft hem nog niet doorgelezen.
• Van degenen die de richtlijn Huilen kennen, werkt ruim de helft (63%) volgens deze richtlijn.
Richtlijn Geelzien
• Ook deze richtlijn is door een grote meerderheid gelezen: 70% las deze grondig en 18% oppervlakkig.
• Ruim een tiende kent de richtlijn niet of heeft hem nog niet doorgelezen.
• De meerderheid van degenen die de richtlijn Geelzien kennen (81%), werkt volgens de richtlijn.
Ervaren kraamverzorgenden knelpunten bij het werken met richtlijnen?
Ook deze vraag werd slechts door 56% (1264) van de kraamverzorgenden ingevuld. Van hen ervaart meer dan de helft geen problemen in het werken met richtlijnen (61%). Bijna een derde ervaart wel problemen (28%). Slechts een klein deel ervaart problemen, doordat de richtlijn te ingewikkeld is. Als belangrijkste reden wordt genoemd, dat richtlijnen niet aansluiten bij hun huidige werkwijze. Een andere belangrijke reden is dat verloskundigen een andere werkwijze vragen: “Niet alle verloskundigen werken volgens deze richtlijnen en dan moet je je advies met tegenzin terugdraaien.” Bij sommigen bestaat onvrede over de richtlijn borstvoeding: “Bij borstvoeding moet je niet te strak vasthouden aan de richtlijn. Iedere vrouw en baby is anders.” Kraamverzorgenden worden ook regelmatig geconfronteerd met weerstand in het gezin tegen de regels: “Gezinnen hebben soms een andere denkwijze over een richtlijn. Je kunt het dan nog zo vaak uitleggen, als zij iets anders willen, pas je de richtlijn aan, maar probeer je wel bij de officiële richtlijn in de buurt te blijven.”
Hoe moet een richtlijn eruitzien?
De vragen over hoe de richtlijn eruit moet zien, werd door ruim de helft van de respondenten beantwoord. Van hen wil ruim de helft de richtlijn altijd bij zich hebben, voor ongeveer een kwart maakt het niet uit en een vijfde vindt het niet nodig om hem bij zich te hebben.
Kraamverzorgenden willen de richtlijn het liefst als geplastificeerde kaart bij zich hebben, maar als boekje of folder is ook goed. Als app op telefoon, iPad of tablet is vooral bij oudere kraamverzorgenden minder populair.
We vroegen ook naar de hoeveelheid tekst en beeldmateriaal. Wil je een richtlijn met veel plaatjes of foto’s en met veel of weinig tekst?
De optie evenveel plaatjes als tekst werd het meest genoemd (41%), maar een grote groep antwoordt ook “het maakt me niets uit” (32%).
• Voor ruim de helft heeft een combinatie van alle vormen van beeldmateriaal duidelijk de voorkeur. Een vijfde wil liever foto’s en ook een vijfde maakt het niets uit.
• De gewenste verhouding tekst/plaatjes en het gewenste type beeldmateriaal is niet afhankelijk van leeftijd of werkervaring. Wel is er een lichte voorkeur voor meer tekst bij oudere kraamverzorgenden.
• Kraamverzorgenden konden aangeven hoe hun ideale richtlijn eruit zou moeten zien. Woorden als kort en bondig, beknopt, duidelijk en overzichtelijk zijn daarbij het belangrijkst.
• Een derde heeft behoefte aan training over richtlijnen, de helft antwoordt ‘misschien wel’ en een vijfde heeft geen behoefte aan een training. Behoefte aan training is onafhankelijk van leeftijd en werkervaring.
Conclusie
• De meeste kraamverzorgenden weten dat er richtlijnen bestaan en geven ook een aantal voorbeelden. Veel voorbeelden gaan echter over protocollen of werkafspraken en niet over echte richtlijnen.
• Van de vier bestaande richtlijnen is niet iedereen op de hoogte.
• Ruim de helft van de kraamverzorgenden vulde de vragen over de bestaande richtlijnen in. Zij hebben ze redelijk tot goed gelezen en gebruiken ze in de dagelijkse praktijk.
• Er worden enkele suggesties voor andere richtlijnen gegeven.
• Men geeft de voorkeur aan korte en krachtige richtlijnen, het liefste in de vorm van een geplastificeerde kaart, die aansluiten bij de dagelijkse praktijk. Een app op telefoon of iPad/tablet is minder populair bij de oudere kraamverzorgende.
Door Dineke Korfker en Bregje van Sleuwen van TNO