De neonatale hielprikscreening wordt in de komende jaren uitgebreid met twaalf extra aandoeningen. De screening is bedoeld om zeldzame aandoeningen bij pasgeborenen tijdig op te sporen.
Met het huidige programma worden jaarlijks circa 180 zieke kinderen opgespoord. De ziekten die met de hielprik worden gevonden zijn in de meeste gevallen niet te genezen, wel te behandelen. Zo wordt ernstige schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van kinderen voorkomen of beperkt. Op dit moment wordt gescreend op negentien aandoeningen, waaronder stofwisselingsziekten en ernstige erfelijke bloedaandoeningen. Begin 2017 werden er al twee nieuwe aandoeningen toegevoegd.
De uitbreiding gebeurt stapsgewijs over de periode van 2018-2022. Na toevoeging van de aandoeningen kunnen naar schatting 20-40 pasgeborenen met ernstige aandoeningen extra worden opgespoord en behandeld worden.
In april 2018 vindt een onderzoek plaats naar het uitbreiden van de hielprik met de screening op SCID, een zeldzame immuundeficiëntie.
Op de website van het RIVM vind je meer informatie voor professionals over de hielprik.