Zorg voor Borstvoeding heet vanaf 1 juli Baby Friendly Nederland. We gaan over van tien vuistregels naar vijf standaarden. Directeur Mary Steen legt uit wat deze overgang om het lijf heeft. “Alle baby’s verdienen een babyvriendelijke start, of ze nu aan de borst of met de fles worden grootgebracht.”
Vanaf juli werken we niet meer met de tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding, maar met vijf standaarden over de begeleiding bij álle voeding voor baby’s. De grootste verandering is dat ook baby’s die kunstvoeding krijgen, vanuit hun behoeften zorg aangeboden krijgen. De nieuwe standaarden worden getoetst door Baby Friendly Nederland, de nieuwe naam van Zorg voor Borstvoeding. Dit gebeurt volgens internationaal vastgestelde criteria van WHO-UNICEF, net als eerder met de tien vuistregels.
Eén gebruiksaanwijzing voor baby’s
“Zeker door de kraamzorg is de zorg voor borstvoeding in Nederland al jaren goed geregeld”, licht Mary Steen toe: “Kraamverzorgenden besteden veel aandacht aan het begeleiden van borstvoeding. Wat we hiermee bereikten, willen we nu voor elkaar krijgen voor álle baby’s. Een flesgevoede baby heeft immers dezelfde behoefte aan warmte en nabijheid. En ook deze baby drinkt vaak liever in kleine beetjes. Tot dusver deden we net alsof een baby die de fles krijgt een heel andere gebruiksaanwijzing heeft. Het is tijd om één gebruiksaanwijzing te hanteren voor alle baby’s. We hopen dat hiermee ook een einde komt aan de stammenstrijd rond wel of geen borstvoeding.”
Kijken naar wat de baby nodig heeft
“Het belangrijke eerste uur na de geboorte, huid-op-huid-contact, het babyledikant vlakbij het ouderlijk bed, voeden op verzoek: alles wat we zo vanzelfsprekend vinden bij borstvoeding geldt voor baby’s die de fles krijgen net zo goed. Ook deze ouders leer je om goed te kijken naar wat hun baby nodig heeft: Hoe ze kunnen zien dat hun kind aangeeft dat het genoeg heeft. Of het voeden te snel of te langzaam gaat. Je leert ze goed de fles te geven.
“We willen bereiken dat ouders minder afhankelijk zijn van de informatie op de verpakking, maar leren kijken naar hun kind. De kraamverzorgende speelt daarbij een essentiële rol. De verloskundigen en jij vertellen ouders dat hun baby zelf aangeeft hoeveel het nodig heeft. Hoeveel voeding de baby minimaal en maximaal per dag nodig heeft, vormt een richtlijn. De hoeveelheid kan per voeding verschillen. ’s Ochtends drinken baby’s vaak wat meer en zitten er langere pauzes tussen de voedingen. ’s Avonds drinken ze wat kleinere hoeveelheden en dan wat vaker achter elkaar.”
Ouders die voor flesvoeding kiezen, kijken hier misschien van op, denkt Mary. “Zij hebben toch een bepaalde verwachting en willen wellicht aansturen op duidelijkheid en regelmaat. Van kraamverzorgenden zal dit extra uitleg vragen over de (fysiologische) behoeften van pasgeborenen. Met borstvoeding heeft de moeder haar kind al snel een keer of tien per dag in haar armen. Zoveel nabijheid en contact hebben baby’s dus nodig. Met kunstvoeding krijgen baby’s flinke porties per keer aangeboden, met als resultaat: meer slapen, minder interactie. Als het ritme van de baby daarentegen goed gevolgd wordt, zijn er meer contactmomenten mogelijk.”
In de vijf standaarden zitten de tien vuistregels verwerkt. “We gooien de borstvoeding natuurlijk niet overboord.” De certificering is geen doel, maar een middel, benadrukt Mary. We willen bereiken dat ouders goede informatie krijgen om zelf hun keuzes te kunnen maken.”
De standaarden
- Organisaties voor moeder- en kindzorg hebben beleid vastgelegd waarmee elk kind een optimale start kan maken. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar voeding in de eerste twee levensjaren.
- Alle moeders krijgen hun baby direct na de geboorte in huidcontact bij zich. Het huidcontact duurt minimaal een uur.
- Ouders krijgen uitleg -ongeacht de voedingskeuze- over voeden op verzoek en de normale groei en ontwikkeling van hun kind.
- Vrouwen kunnen geïnformeerde beslissingen nemen met betrekking tot voeding.
- Ouders worden gesteund in het ontwikkelen van een hechte band met hun kind en het nemen van geïnformeerde beslissingen over de verzorging en behandeling van hun kind.
Achter de vijf standaarden zitten drie principes:
- Elk kind heeft recht op een optimale start in het leven.
- Ouders worden met respect behandeld met inachtneming van hun culturele achtergrond en ondersteund in hun eigen keuzes op grond van objectieve informatie, zodat zij hun kinderen optimaal kunnen voeden in de eerste levensjaren.
- Goede voedingsgewoontes en in het bijzonder het geven en krijgen van borstvoeding, zorgen voor optimale gezondheid van moeder en kind.
Het Handboek Borstvoeding sluit aan bij de vijf standaarden van Baby Friendly Nederland. Je vindt het Handboek hier
