‘Ik zie zo op tegen dat hielprikje, moet ik dat nou wel laten doen?’, en ‘Hoe kan je het gehoor nou testen bij zo’n klein kind?’ Ouders vragen dat wel eens aan hun kraamverzorgende. En wat antwoord je dan? Anneke Meuwese-Jongejeugd, programmacoördinator neonatale gehoorscreening van het RIVM en Rendelien Verschoof-Puite, arts Maatschappij & Gezondheid en medisch adviseur vaccinatie en screening, hopen je met dit artikel genoeg informatie te geven om hierop goed te kunnen reageren. Ze gaan vooral in op het belang van de screeningsprogramma’s en de rol die jij als kraamverzorgende hierin kan spelen.
Gehoor- en hielprikscreening
Elke pasgeboren baby in Nederland kan worden gescreend op een aantal ziektes en op gehoorverlies.
Met de hielprik wordt een beetje bloed afgenomen dat in het laboratorium onderzocht wordt op een aantal aangeboren ziektes. Met de gehoortest kan worden bepaald of de baby misschien niet goed kan horen.
Deelname aan de screeningen is vrijwillig. De ouders nemen hierbij de beslissing voor hun kind. Ouders krijgen voorlichtingsmateriaal over de screeningen om een goede keuze te kunnen maken (zie verder in dit artikel).
Waarom is de hielprikscreening belangrijk?
Met de hielprik wordt bloed afgenomen. Dit wordt gescreend op 17 aangeboren aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen niet genezen. Maar als je er vroeg bij bent kan wel ernstige schade worden voorkomen door medicijnen of een dieet. Bijvoorbeeld als een kind geboren wordt met een te langzaam werkende schildklier. Doe je niets? Dan kan zo’n kind een ernstige verstandelijke beperking krijgen. Maar dat kan worden voorkomen door het kind schildklierhormoon te geven. Hoe eerder de ziekte wordt opgespoord, des te beter voor het kind.
Waarom is de gehoorscreening belangrijk?
Een goed gehoor is belangrijk voor de ontwikkeling van de taal en het goed leren praten. Als een kind niet goed heeft leren praten, kan dat grote gevolgen hebben voor de ontwikkeling. Een kind heeft namelijk taal nodig om op school te kunnen leren en om bijvoorbeeld sociale contacten te kunnen leggen. Hoe eerder een slecht gehoor wordt ontdekt, hoe sneller het kind kan worden behandeld.
De gevolgen voor het kind blijven hierdoor zo beperkt mogelijk. Daarom krijgt een baby de gehoorscreening al zo snel na de geboorte.
Zo snel mogelijk geboorteaangifte
De hielprik dient zo vroeg mogelijk (op de 3e of 4e dag) te worden uitgevoerd. Daarom is het belangrijk dat de geboorte van het kind zo snel mogelijk wordt aangegeven bij het gemeentehuis. Als kraamverzorgende kun je de ouders erop wijzen dat het belangrijk is om dat zo snel mogelijk te doen vanwege de screeningen.
Voorlichting over de screeningen
Als het goed is hebben de ouders van de verloskundige of gynaecoloog al een folder over de gehoor- en hielprikscreening gekregen. Bij de geboorteaangifte op het gemeentehuis krijgen ze die folder opnieuw van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Willen de ouders al informatie over de gehoor- en hielprikscreening en ze hebben de folder nog niet? Dan kan je ze wijzen op de websites: www.rivm.nl/gehoorscreening en www.rivm.nl/hielprik. Daar vinden ze heel veel informatie. Op deze website staan ook een stripverhaal voor mensen die moeite hebben om de tekst van de folder te lezen en te begrijpen, en een video over de gehoortest en de hielprik. Ook de screener die de hielprik en gehoorscreening uitvoert kan ouders vertellen wat in de folder staat.
Wie voeren de screeningen uit?
De gehoor- en de hielprikscreening worden uitgevoerd door een screener van de jeugdgezondheidszorg (JGZ), het consultatiebureau. In sommige delen van Nederland laten enkele JGZ organisaties de hielprik nog uitvoeren door verloskundigen of kraamverzorgenden. De gehoorscreening wordt dan op het consultatiebureau uitgevoerd als de kinderen een paar weken oud zijn.
Wanneer een kind wat langer in het ziekenhuis moet blijven, kan de hielprik ook door een verpleegkundige worden uitgevoerd. Als een ziekenhuisopname zo’n 4-5 weken duurt, dan wordt de gehoorscreening ook in het ziekenhuis gedaan. Duurt de opname korter dan wordt gewacht tot het kind weer thuis is.
Waarom is de kraamverzorgende belangrijk bij de screeningen?
We hebben al eerder aangegeven dat het belangrijk is dat ouders de geboorteaangifte zo snel mogelijk doen. En dat jij de ouders kan attenderen op het belang hiervan.
Als ouders opzien tegen de hielprik kun je vertellen dat de hielprik heel even pijn doet, maar dat de baby het erna meteen vergeten is. Wijs ouders op de folder waarin ze het belang van de hielprikscreening kunnen lezen. Van de gehoorscreening heeft de baby helemaal geen last.
Hebben de ouders vragen over de gehoor- en hielprikscreening voordat de screener komt? Wijs ze dan ook op de folder waarin ook de websites genoemd worden voor meer informatie.
Daarnaast kun je als kraamverzorgende er ook voor zorgen dat de gehoor- en hielprikscreening zo goed mogelijk verlopen. Hoe gaat dat in de praktijk?
Het is voor screeners vaak niet mogelijk om een vast tijdstip af te spreken. Hopelijk hebben ouders daar begrip voor.
Als beide screeningen worden uitgevoerd, dan begint de screener met de gehoorscreening. Ze vraagt of de ouders de folder hebben gehad en of er nog vragen zijn. Als ze de folder niet hebben gekregen vertelt de screener alsnog wat hierin staat.
Om de gehoortest goed uit te kunnen voeren is het belangrijk dat het stil is in de kamer tijdens de test. De gehoortest gaat het beste als het kind rustig is en slaapt. De baby mag in de armen van de ouder liggen of in de wieg. Je kunt de ouders helpen bij de voorbereiding hiervan (‘In welke kamer kunnen we dit het beste doen?’). De baby merkt niet veel van de gehoorscreening. Vaak slaapt het kind gewoon door.
De ouders horen meteen de uitslag van de gehoortest. De screeners hebben geleerd hoe ze dat moeten vertellen aan de ouders.
Daarna volgt de hielprikscreening. Screeners weten dat ouders soms opzien tegen de hielprik en proberen de ouders gerust te stellen. Ze zullen proberen de vragen van ouders zo goed mogelijk te beantwoorden. Bij medische vragen zal de screener de ouders verwijzen naar de medisch adviseur van het RIVM, die te bereiken is via de DVP-kantoren (zie later).
De screener legt aan de ouders uit hoe de hielprik het best kan worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld door te vertellen hoe de ouders het kind het beste kunnen vasthouden en hoe de ouders hun kind kunnen troosten.
Bij de hielprikscreening krijgen de ouders niet meteen de uitslag. De uitslag is bijna altijd binnen vier weken bekend. Er wordt alleen contact met de ouders opgenomen als de hielprik nog een keertje over gedaan moet worden, of als een kind verwezen moet worden naar een kinderarts. Geen bericht is bij deze screening dus goed bericht.
Als 7 dagen na de geboorte nog steeds geen hielprik is afgenomen, neem dan zo snel mogelijk contact op met het DVP-kantoor in de regio of met de screenersorganisatie.
Wat leveren de screeningen op?
Jaarlijks worden zo’n 180.00 hielprikken afgenomen. Met de hielprikscreening worden jaarlijks zo’n 200 kinderen opgespoord met een ernstige aandoening.
Door de gehoorscreening worden vanuit de jeugdgezondheidszorg jaarlijks zo’n 125 kinderen met een dubbelzijdig en 85 met een enkelzijdig gehoorverlies opgespoord. De rest van de slechthorende kinderen wordt opgespoord met de gehoorscreening die op de NICU’s (intensive care voor pasgeborenen) wordt uitgevoerd.
Voor verdere vragen over de hielprik:
Regiokantoor RIVM-DVP Noord-Oost (Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Flevoland en Gelderland)
T (088) 6788950
E dvpnoordoost@rivm.nl
Regiokantoor RIVM-DVP West (Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland)
T (088) 6788931
E dvpwest@rivm.nl
Regiokantoor RIVM-DVP Zuid (Noord-Brabant, Limburg, Zeeland)
T (040) 232 91 11
E dvpzuid@rivm.nl