Datum
Weblog door
Dr. Krista Okma

Babysterfte neemt toe: wat gaat er mis?

Datum
Weblog doorDr. Krista Okma

In Nederland neemt het aantal kinderen dat overlijdt rondom de geboorte weer toe, zo staat in het RIVM-rapport van december 2020. Dit komt vooral doordat te veel kinderen te vroeg worden geboren. Leefstijl en leefsituatie van aanstaande ouders hebben een grote invloed op de kans op een vroeggeboorte. Daarnaast spelen factoren als geletterdheid, de financiële situatie, migratie- of vluchtgeschiedenis een rol.  De afgelopen jaren zijn er allerlei initiatieven geweest om de geboortezorg te verbeteren en kinderen een gezonde en kansrijke start te bieden. Hoe kunnen de babysterfte cijfers nu de verkeerde kant opgaan? Wat gaat er mis? En, vooral belangrijk: hoe zorgen we ervoor dat de babysterfte weer afneemt?

Inzet op een gezonde start voor meer kinderen

Eerder was er juist sprake van een sterke daling van de babysterfte, vooral tussen 2008 en 2015. Deze daling kwam onder andere door een aantal maatregelen. Bijvoorbeeld een goede samenwerking tussen partners in de zorg, het invoeren van de 20 weken echo, een betere zorg voor pasgeboren kinderen en het evalueren van de zorg aan (aanstaande) ouders en kind. Ook lukte het om meer ouders te laten stoppen met roken tijdens en na de zwangerschap. Sinds 2018 werkt ook het actieprogramma Kansrijke Start aan betere zorg en ondersteuning voor alle kinderen, in het bijzonder voor kinderen die geboren worden in kwetsbare leefomstandigheden. Denk aan gezinnen waar veel problemen zijn zoals armoede, schulden of een taalachterstand.  Het actieprogramma Kansrijke Start bestaat uit meerdere activiteiten en interventies binnen drie actielijnen (vóór de zwangerschap, tijdens de zwangerschap en na de geboorte). Inmiddels zijn er 275 gemeenten aangesloten en actief aan de slag met een Kansrijke Start aanpak. Betekent de recente stijging in de cijfers dat al deze inzet voor niets is geweest?

Een gezonde start is meer dan cijfers over babysterfte

Het succes van deze maatregelen is breder dan de toe- of afname van babysterfte. Waar het gaat om Kansrijke Start, hebben gemeenten in de afgelopen twee jaar al mooie resultaten bereikt. Partners in de geboortezorg, het sociaal domein en uit de wijk hebben elkaar beter leren kennen binnen de coalities die zijn gevormd. Er zijn ambities en doelen geformuleerd en acties uitgezet. Gericht op het samen eerder in beeld hebben van (aanstaande) gezinnen in kwetsbare situaties, zodat zij op tijd de juiste ondersteuning krijgen. Mooie voorbeelden zijn het trainen van professionals in gespreksvoering met toekomstige ouders in een kwetsbare situatie, en huisbezoeken tijdens de zwangerschap. We zien dat samenwerkingsafspraken worden vastgelegd in routekaarten en zorgpaden. Ouders steeds vaker goede en begrijpelijke informatie kunnen vinden over ouderschap en opvoeding.

Het RIVM meet het effect van al deze initiatieven aan de hand van verschillende cijfers. Eind 2019 hadden de meeste (78%) Gezond In de Stad gemeenten (GIDS) een plan van aanpak Kansrijke Start waarbij meerdere domeinen met elkaar samenwerken. Het sociale en medische domein, maar ook jeugd, armoede, welzijn en huisvesting. Er worden meerdere interventies en programma’s ingezet binnen de actielijnen van het programma. Denk aan Centering Pregnancy en Voorzorg. En het aantal huisbezoeken nam toe; in een groot aantal GIDS-gemeenten (68%) werden kwetsbare zwangeren thuis bezocht door de Jeugdgezondheidszorg. We zijn dus op de goede weg. Resultaten zijn er ook aan de ‘zachte’ kant, die niet zo makkelijk in cijfers is uit te drukken. Partners die elkaars taal leren spreken en rekening houden met elkaars belangen, beter samenwerken, elkaars aanbod kennen en benutten. Uiteindelijk komt hiermee ook het terugbrengen van het aantal te vroeggeboren kinderen, en daarmee de babysterfte, naar we hopen steeds meer binnen bereik.

Tegen de stroom inzwemmen

Deels ontstaan de cijfers in het RIVM-rapport ook omdat we tegen de stroom inzwemmen. Het percentage laagopgeleide mensen dat rookt neemt niet langer af. De cijfers rondom overgewicht nemen toe. De groep gezinnen die in armoede leeft blijft op zijn best gelijk. Met de initiatieven voor een gezonde start voor meer kinderen, zetten we stappen in de juiste richting.  Maar om de trend te keren en de sterftecijfers verder te doen dalen is meer nodig. Het is belangrijk om aandacht te hebben voor de impact van een belangrijke factor als stress, die vaker voorkomt bij mensen met een laag inkomen of een migratieachtergrond. Deze stress hangt samen met bijvoorbeeld huisvestingsproblemen, schulden en onvoldoende mogelijkheid om mee te kunnen doen in onze samenleving. Gezondheid, mentaal welbevinden en kwaliteit van zorg zijn op dit moment geen vanzelfsprekendheid voor iedereen in Nederland. En zouden dit wel moeten zijn.

Welke oplossingen zijn er nog meer?

Er gebeurt al veel, maar het kan altijd nog beter. Het is belangrijk dat de toename van babysterfte in Nederland niet wordt gezien als een probleem van het medisch domein alleen, maar dat ook andere domeinen zich eigenaar voelen. Wanneer vroeggeboorte en babysterfte samenhangen met leefomstandigheden en het wonen in een achterstandswijk, is het logisch dat ook partners uit het sociaal domein en bijvoorbeeld schuldhulpverlening en huisvesting bijdragen aan de opdracht om álle kinderen een gezonde start te bieden. Zij zouden goed aangesloten moeten zijn. Kijk als coalitie ook naar het aantal nieuwkomers in jouw gemeente of regio, en nodig bijvoorbeeld Vluchtelingenwerk uit aan tafel. Zorg dat er aandacht is voor mensen met beperkte taalvaardigheden en/of gezondheidsvaardigheden. Het bereiken en betrekken van de doelgroepen die in het RIVM-rapport genoemd worden is een belangrijke sleutel voor succes. Hoe kom je met hen in gesprek? Een gesprek dat moet gaan over wat zij nodig hebben voor een gezonde start voor henzelf en hun kind. Waarbij de coalitie zich verbindt met de wijk: de plek waar (toekomstige) gezinnen dagelijks wonen, leven en werken.

Morgen al beginnen…

Veel oplossingen zijn al bekend en er zijn voldoende handvatten om dit te kunnen doen. We moeten ze alleen nog beter benutten. Het terugdringen van roken is eerder een succesfactor geweest in de afname van de babysterfte. Wat kunnen we leren van deze aanpak om op meer levensterreinen gezond leven te stimuleren? Voor zorg- en hulpverleners zijn er allerlei instrumenten beschikbaar. Denk aan begrijpelijke materialen over bijvoorbeeld gezond leven en het Nederlandse zorgsysteem. Er is veel kennis over het bereiken en betrekken van doelgroepen. Over hoe je het gesprek met mensen in een kwetsbare situatie voert. Hoe professionals sensitief kunnen werken. Bijvoorbeeld op de thema’s geletterdheid, culturele achtergrond, en stress door een stapeling van problematiek. En hoe je als partners uit verschillende domeinen goed kunt samenwerken, om de doelen die je nastreeft te bereiken. Door deze kennis en instrumenten actief te gebruiken, kunnen we morgen al beginnen.

Kijk voor meer informatie over hoe Pharos je kan ondersteunen op www.pharos.nl. Hier vind je uitgebreide informatie en praktische instrumenten. Ben je betrokken bij een lokale coalitie Kansrijke Start, dan kun je ook contact opnemen met je eigen Kansrijke Start adviseur.

Krista Okma – Programma manager Kansrijke Start bij Pharos