In de nieuwste versie van de factsheet (coronamaatregelen kraamzorgsector per risiconiveau) is opgenomen dat je als kraamverzorgende ook een schort draagt als persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
Dit is gedaan omdat de maatregelen voor zorgmedewerkers die PBM hebben gebruikt in het bron- en contactonderzoek (BCO) zijn aangepast.
Toelichting:
Als zorgmedewerkers preventief een chirurgisch mondneusmasker ten minste type II en handschoenen hebben gedragen, en de cliënt blijkt achteraf besmet, betekent dit dat deze zorgmedewerkers niet in quarantaine hoeven maar wél alert moeten zijn op klachten die bij COVID-19 kunnen passen. Als zorgmedewerkers volledige PBM (chirurgisch mondneusmasker type IIR, handschoenen, schort en oogbescherming) gedragen hebben, vallen zij buiten de contacten van het BCO. Om de continuïteit van zorg zoveel mogelijk te kunnen waarborgen is het advies en de factsheet hierop aangepast. Concreet betekent dit dat nu óók is opgenomen dat de kraamverzorgende een schort draagt.
Het advies van het RIVM is om een spatwaterdicht schort te gebruiken met lange mouwen. Als dat niet beschikbaar is (en/of praktisch niet werkbaar), draag je een halterschort over je werkkleding. De werkkleding moet korte of opgerolde mouwen hebben. Als je geen schort met lange mouwen gebruikt moet je na je werkzaamheden uitgebreidere handhygiëne toepassen (wassen tot de elle bogen in plaats van tot en met de polsen). Elk type schort moet spatwaterdicht zijn.
Ook alle informatie met advies over persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens de Coronacrisis is aangepast.